De spelregelvragen van ronde 22 konden van afstand gemaakt en ingestuurd worden. Hier vinden jullie de antwoorden en een toelichting.
Er deden deze ronde 12 deelnemers mee. Zij haalden een gemiddelde score van 25,67 van de 30 te behalen punten. Opvallend was dat vraag 2, 3 en 4 even vaak fout werden beantwoord. Op deze vragen volgt daarom nog een extra toelichting.
Vraag 1:
Terwijl de bal de zijlijn heeft gepasseerd wil het team dat de inworp mag nemen een wisselspeler inbrengen. De gewisselde speler verlaat het speelveld en de wisselspeler loopt direct naar de plaats van de inworp, pakt de bal op die tegen de boarding ligt en gooit de bal vervolgens in. Is dit volgens de regels correct?
D. Nee, want de wisselspeler heeft het speelveld nog niet betreden.
Vraag 2:
Een aanvaller is bij de aanval van zijn team in de doelnetruimte terecht gekomen. Als hij ziet dat een medespeler de bal op het doel gaat schieten, roept hij luid naar een tegenstander: ”Laat gaan die bal. Is voor mij” De bal gaat in het doel. Wat zal de scheidsrechter beslissen?
A. Hij kent het doelpunt niet toe, want de aanvaller die in de netruimte staat, misleidt zijn tegenstander verbaal gedurende het spel. Hij toont hem de gele kaart voor onsportief gedrag en hervat het spel met een indirecte vrije schop.
Toelichting:
De aanvaller die in de netruimte staat misleidt zijn tegenstander. Dit is volgens regel 12 een overtreding die bestraft dient te worden met een indirecte vrije schop en het geven van een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.
In regel 13 staat over de plaats van de vrije schop dat deze genomen moet worden op de plaats waar de overtreding werd begaan, behalve:
- […] wanneer een speler buiten het speelveld een overtreding begaat. Dan wordt het spel hervat met een vrije schop op de lijn het dichtst bij de plaats van de overtreding; als het een overtreding betreft binnen het strafschopgebied van de overtreder […]
De speler bevindt zich in de netruimte, en dus buiten het speelveld. Ondanks dat moet er vanwege bovenstaande dus toch hervat worden met een indirecte vrije schop. In dit geval van ieder willekeurig punt binnen het doelgebied, aangezien het een vrije schop voor de verdedigende partij betreft.
Vraag 3:
Welke van de onderstaande overtredingen moet bestraft worden met een indirecte vrije schop?
D. Een speler speelt met een hoog been en raakt daarbij de tegenstander niet
Toelichting:
In regel 12 staat het spelen op gevaarlijke wijze genoemd als een overtreding waarvoor een indirecte vrije schop moet worden toegekend.
Bij de andere antwoordmogelijkheden is er sprake van een andere hervatting. Als een toeschouwer het veld betreedt en ingrijpt in het spel wordt hervat met een scheidsrechtersbal. Als een speler zijn tegenstander aanvalt met een gestrekt been vooruit, of zijn tegenstander omver duwt, wordt hervat met een directe vrije schop.
Vraag 4:
Bij welke van de onderstaande overtredingen moet het spel hervat worden met een directe vrije schop of strafschop?
D. Een speler trapt naar een tegenstander maar raakt hem niet.
Toelichting:
In regel 12 staat een opsomming van de overtredingen die met een directe vrije schop bestraft moeten worden. Een van deze overtredingen is het trappen of proberen te trappen van een tegenstander.
Bij de andere antwoordmogelijkheden is er sprake van een andere hervatting. Bij het opsteken van een middelvinger richting de assistent scheidsrechter, het spelen op gevaarlijke wijze en het hinderen van een tegenstander in diens loop moet namelijk hervat worden met een indirecte vrije schop.
Vraag 5:
Als een opgegeven wisselspeler begint aan de wedstrijd in plaats van een opgegeven speler zonder dat de scheidsrechter hiervan op de hoogte is gebracht, dan:
A. Zal de scheidsrechter de betrokken wisselspeler laten meespelen.
C. Wordt het aantal wisselspelers niet verminderd.
E. Rapporteert de scheidsrechter het voorval aan de bond.