Deze serie van columns, genaamd Arbitrair, wordt op persoonlijke titel geschreven door Dick van Twillert. In deze editie beschrijft hij verschillende karakters van scheidsrechters. Lees snel verder!
Veronderstel: je bent jong. Misschien wel tientallen jaren jonger dan dat er in het trouwboekje, paspoort of rijbewijs staat geregistreerd. Je traint je elke week te barsten. Vrijwel ieder weekend staat er een wedstrijd in het Official Portal. Elke maandag is daar de hersteltraining na de wedstrijd. Op dinsdag doe je iets ontspannends. De ene keer een saunaatje, de andere keer een stukje kuieren of een fietstochtje met de vrouw. De woensdag is vrij.
Donderdag is het afknijpen op de clubtraining en op de dag voor de wedstrijd komt er nog een niet al te zware wedstrijdvoorbereidende training op het gras in het plantsoen. Op de morgen van de wedstrijddag maak je een lekkere wandeling of fiets je nog even door de omgeving om onderweg alvast over de komende wedstrijd na te denken. De concentratie is begonnen.
Conditioneel
Als de hele week is afgestemd op het trainen voor en na de wedstrijd, mag toch wel gesteld worden dat je er alles aan doet om zowel fysiek als mentaal optimaal voorbereid te zijn. Toch kan het dan bij de conditietest opmerkelijk overkomen dat er collega´s uit eigen omgeving zijn die tijdens de training nooit voorop lopen, laat staan dat ze je dubbelen in de duurloop, maar toch voorbijgaan onder het hardlopen.
Waar kan dat nu aan liggen? Wekelijks laat je hen je rug zien op de training. Tijdens het rondjes lopen op de langere afstand heb jij voldoende lucht over voor een collegiaal gesprek onderweg. Sterker nog: er is genoeg energie om een gewiekste reactie te geven op een gewaagde opmerking van de trainer. Op de korte afstand ben je voor iedereen een geduchte sparringpartner. Je hebt gewoon status binnen de club verworven met je loopvermogen. Men bewondert de loopstijl.
Fysiek of psychisch
Dan komt het moment van de waarheid. De periodieke conditietest staat op de agenda. Onbegrijpelijk dat de bond weer voor dit sterk verouderde kunstgrasveld gekozen heeft. Daar zit geen enkele demping in de bodem. De buikige veteranen om je heen zijn niet bepaald de snelle hazen die je meesleuren naar een topprestatie. Helemaal demoraliserend is het om te zien dat drie jongens -die op de training altijd in het tweede gelid lopen- vandaag sterker voor de dag komen en je zelfs overtroeven. Waar zou dat nu door kunnen komen? Die vraag is aan een deskundige voorgelegd. De oorzaak lijkt op het psychische vlak te liggen.
Taak- of egogericht
Bij de scheidsrechters kunnen twee typen worden onderscheiden. De een is taakgericht. Het belangrijkste doel is op een goede manier leiding geven aan de wedstrijd. Gericht op goed waarnemen, volgen, anticiperen, versnellen, sprinten en beslissen bij voorbeeld. De ander is meer egocentrisch ingesteld. Die wil zonder omwegen een betere arbiter zijn dan de rest. Dat straalt hij uit met zijn houding en lichaamstaal. Zijn communicatie, optreden en bespelen van spelers en publiek maken van hem een persoonlijkheid.
Die drie eerdergenoemde collega’s die voorbijkwamen scoren hoog als het op hun ego aankomt. Als het om het nakomen van hun taak gaat, ligt de score een stuk lager. De anderen zijn harde werkers, zij lopen zich uit de naad, maar ze zijn onzekerder over hun prestaties. Herken je deze types? Pieter van den Hoogenband is iemand die zowel op ego als op taak hoog scoorde. Hangjongeren scoren op beide onderdelen erg laag. De meesten van ons zitten ergens tussen die twee groepen in.
Streberig
De taakgerichte strebers willen hun taak op de beste manier uitvoeren door nog beter te zijn dan de vorige keer. Zich continu verbeteren. Met het rapport en de zelfreflectie in de hand kunnen ze de volgende wedstrijd nauwelijks afwachten om zich te bewijzen.
Angstig
De angsthaas daarentegen kijkt met angst en beven uit naar de volgende krachtmeting. ‘Niet slechter zijn dan de vorige keer’ is zijn lijfspreuk. De egocentrische angsthaas is iemand die zich vooral op niet verliezen richt. Machtsvertoon door middel van zijn kaartenbeleid lijkt hem niet vreemd, waardoor hij een soort niemandsvriend wordt.
Egocentrisch
Tenslotte blijft de egocentrische streber over. Vaak iemand die van jongs af aan, al dan niet ingefluisterd door ouders of trainer, zichzelf voorafgaand aan elke wedstrijd inpompt dat hij/zij de beste is. Ik als het middelpunt van de wereld. Het risico dat hij zich daarmee thuis in het gezin, op school, op het werk of in de vriendenkring onmogelijk maakt, wordt met het oog op het grote belang van het scoren voor lief genomen.
Prima voor dit moment, maar op de long run bevat deze groep wellicht de minste (assistent-) scheidsrechters die aan hun sport met tevredenheid een lifetime bezigheid overhouden. Het is maar net waarvoor je kiest. Kies bewust voor nu en later. Laat het sportplezier de boventoon voeren.
Dick van Twillert