“Er zijn kleine leugens, grote leugens en statistieken.” Voor de SAO Apeldoorn schreef Patrick van Bork weer een interessante column, dus lees snel verder!
Zeker bij internationale wedstrijden zie je statistieken voorbij komen die suggereren dat voetbal geen spel is maar een wetenschap. Zo worden cijfers getoond als percentage balbezit, het aantal schoten richting doel, het aantal balcontacten van een speler, de afgelegde afstand van een speler, hoeveel goede dan wel slechte passes en dergelijke. Ik vraag mij af wat de toegevoegde waarde is van al die cijfers. Maar meer nog ben ik benieuwd of trainers werkelijk statistieken gebruiken om te oordelen of een speler wel of niet goed speelt. Ik betwijfel het.
Naar mijn overtuiging maakt het een trainer niets uit of een aanvaller veel balverlies heeft geleden en of hij meer slechte dan goede passes heeft gegeven. Als diezelfde aanvaller slecht speelt en tóch twee keer scoort zal hij door zijn trainer worden bewierookt als dat de winst oplevert. Hetzelfde geldt voor de verdediger die geen goede pass naar een medespeler heeft gegeven maar wél de gevaarlijke spits van scoren heeft weten af te houden. Het schetst de betrekkelijkheid van statistieken. Ter illustratie daarvan een uitspraak van de legendarische Britse staatsman Winston Churchill: “Er zijn kleine leugens, grote leugens en statistieken. In die volgorde!”
Winston Churchill: “Er zijn kleine leugens, grote leugens en statistieken. In die volgorde!”
Ook van het functioneren van scheidsrechters worden cijfers vastgelegd. Dat gebeurt in verschillende rapportvormen waarbij een oordeel wordt gegeven over de verschillende competenties van het scheidsrechtersvak. In het betaald voetbal wordt een rapport gebruikt waarin per competentie de prestatie wordt beschreven. Aan het rapport wordt uiteindelijk één cijfer toegekend en dat is dan gebaseerd op een aantal daarvoor geldende criteria. Dit cijfer heeft slechts tot doel een Technische Staf dan wel een Scheidsrechters Commissie een indicatie te geven over de prestatie van een scheidsrechter in een bepaalde wedstrijd. Het cijfer wordt niet in een overzicht verwerkt om te resulteren in een ranglijst die promotie dan wel degradatie tot gevolg heeft. Voor dit laatste gelden meer criteria dan alleen de in rapporten gescoorde cijfers. Zaken als constant presteren, ontwikkelperspectief wegen daarin net zo zwaar.
In het amateurvoetbal wordt een andere rapportvorm gehanteerd. Op basis van een enigszins ingewikkeld model levert een rapport op enig moment een cijfer op. Het gemiddelde van de rapportcijfers van alle over een scheidsrechter uitgebrachte rapporten resulteert aan het einde van een seizoen in een plaats op een ranglijst. Diezelfde ranglijst is dan bepalend voor handhaving, promotie of degradatie van een scheidsrechter naar een zeker niveau.
In andere voetballanden is de rapportage veel meer gericht op het verbeteren van het functioneren van een scheidsrechter.
Het schijnt dat dit systeem alleen in Nederland wordt gehanteerd. In andere voetballanden is de rapportage veel meer gericht op het verbeteren van het functioneren van een scheidsrechter. Alleen de scheidsrechter die zich aantoonbaar verbetert maakt de stap hogerop. Degene die dat niet doet blijft op hetzelfde niveau of moet een stap terug doen.
De KNVB wil op termijn naar een rapportagevorm die niet langer gericht is op het creëren van ranglijsten, maar meer tot doel heeft in beeld te brengen hoe een scheidsrechter zich ontwikkelt. Van een scheidsrechter mag immers worden verwacht dat hij zich continu ontwikkelt. Dat geldt niet alleen voor scheidsrechters die hogerop willen. Het gaat ook op voor arbiters die op een lager niveau actief zijn en daar tevreden mee zijn. Ook zij moeten de wil hebben hun arbitreren te verbeteren.
Om tot een nieuwe rapportagevorm te komen is een klankbordgroep in het leven geroepen bestaande uit vertegenwoordigers van de COVS én van de KNVB. Er hebben al enkele verkennende brainstormsessies plaatsgevonden. Daarin is b.v. al een suggestie gedaan het rapport een mengvorm te laten zijn van beoordelen en coachen.
Er is een suggestie gedaan om het nieuwe rapport een mengvorm te laten zijn van beoordelen en coachen.
Er is geen termijn gehangen aan het invoeren van een eventueel nieuw rapport. Dat zal niet eerder gebeuren dan dat alle betrokken partijen zich na zorgvuldige afweging daarin kunnen vinden. Als het lukt wordt het volgend seizoen al doorgevoerd. Maar het kan ook zijn dat pas in het seizoen daarop op een andere wijze zal worden gerapporteerd. Zorgvuldigheid staat voorop!
Omdat de klankbordgroep nog volop bezig is zijn suggesties welkom. Schrijver dezes maakt deel uit van de klankbordgroep en neemt graag zinvolle ideeën mee in volgende bijeenkomsten. Schroom dus niet deze in te sturen.
Patrick van Bork