In de 64e column ‘Van de Voorzitter’ vertelt René Beijen over zijn ervaringen als voorzitter van de SAO Apeldoorn en als scheidsrechter.
In de scheidsrechterscommissie in mijn dorp kwam “het douchen” voor de scheidsrechters ter sprake. Een probleem?
In het tijdperk voor COVID-19 was er al een tekort aan kleedkamers voor voetbalteams en de scheidsrechters zitten met meerdere collega’s in een kleedkamer van beperkte omvang. Het gesprek ging over “hoe we dit gaan oplossen?”. In dit geval stof tot nadenken voor de plaatselijke voetbalvereniging.
Maar wat betekent dit voor ons als scheidsrechter als we te gast zijn bij een willekeurige voetbalclub?
We leven in een 1,5 meter maatschappij. Je mag (toch?) verwachten dat er bij de ontvangst bij de vereniging ontvangstruimtes zijn ingericht die voldoen aan de 1,5 meterregel. Je mag (toch?) verwachten dat er een kleedkamerfaciliteit is geregeld waarbij jij jezelf kunt omkleden en douchen waar de 1,5 meter is gewaarborgd. Je mag (toch?) verwachten dat het goed is geregeld op het drukke sportpark dat de teams op tijd klaar staan voor aanvang wedstrijd. Je mag (toch?) verwachten dat de spelers op de hoogte zijn van het corona-protocol van de KNVB.
Het zou fantastisch zijn als het bij iedere sportclub perfect geregeld zou zijn, maar of het allemaal praktisch uitvoerbaar is voor de sportclubs is een uitdagende taak. Persoonlijk zou ik de club een heel groot compliment geven als ze het allemaal goed georganiseerd hebben.
Maar stel dat het niet zo is geregeld zoals het zou moeten, hoe stel jij je dan op als scheidsrechter?
- Vind je dat je gezondheid op het spel staat. Meld dit en als dit niet naar jouw wens wordt opgelost zou ik zeggen “ik vertrek!”
- Volgens de spelregels moet een scheidsrechter binnen het raamwerk van de spelregels er al het mogelijke doen om de wedstrijd doorgang te laten vinden. Daarin kun je “heel ver” gaan, maar tot wanneer is dat verstandig?
Het is duidelijk dat dit niet het afwerken van een vinklijstje is waar bij je kunt zeggen de wedstrijd is corona-proof of de wedstrijd is niet corona-proof. Ik vraag iedere scheidsrechter om nu al na te denken wat hij minimaal geregeld wil zien alvorens hij een wedstrijd wil fluiten.
Je thuissituatie en je werksituatie en je eigen gezondheid zijn daarin bepalende factoren. Ben je die “jonge god” die net op zichzelf woont en die scheidsrechter is. Dan zul jij hele andere eisen stellen dan de scheidsrechter die niet meer zo jong is, ietsjes overgewicht heeft en die thuis een partner heeft die tot de kwetsbare groep behoort. Mijn oproep is denk hier nu al goed over na, want de eerste oefenwedstrijden zijn al gepland!
Ik ben zeer content hoe we met elkaar omgaan tijdens onze clubavond. De opkomst is zeer goed in deze vakantietijd. Er wordt goed afstand gehouden. Mocht je het toch even een keer vergeten dan spreken we elkaar daar met de welbekende mannen-voetbalhumor op aan. Het omkleden en douchen gaat perfect. Het rustig op je beurt wachten is totaal geen probleem en gaat op natuurlijke wijze. Daar kunnen we met elkaar heel trots op zijn!
Het is buiten 34 graden als ik deze column schrijf. Niet de meest ideale temperatuur om een wedstrijd te spelen. Vorige week was het 30 graden toen ik op de trainingsavond aankwam. We hebben een aangepaste training gehad, maar qua temperatuur was het pittig. Deze week ga ik met een gerust hart trainen in dezelfde omstandigheden. Onze trainer heeft vorige week laten zien dat we in aangepaste vorm goed kunnen trainen. Laten we als scheidsrechters ook bij oefenwedstrijden letten op aanpassingen vanwege de hitte en indien nodig daar leidend in zijn.
Ik kijk uit naar mijn eerste oefenwedstrijd volgende week. Het is dan 22 weken geleden dat ik voor het laatst een wedstrijd heb gefloten.
Met sportieve groet,
René Beijen